Wandeling

Ontdek de sporen van de oorlog

Zie de sporen van de oorlog van dichtbij

De Tweede Wereldoorlog heeft diepe sporen nagelaten in Delft. Van bombardementen en bezetting tot moedige verzetsdaden en heftige gevechten – de stad draagt nog altijd herinneringen aan deze periode. Stichting DelftVrij heeft een bijzondere wandeltocht samengesteld langs locaties die een verhaal vertellen over die tijd.

Loop langs historische plekken, ontdek verborgen sporen en ervaar hoe de oorlog Delft heeft gevormd. Ga mee op deze indrukwekkende route en laat het verleden tot leven komen.

Foto van: Timmermans, Paulus Hendricus (1922-2002)

Wandelroute

Ontdek meer over de oorlogssporen in jouw stad Delft van dichtbij.

Uitleg van de Wandelroute

Met deze wandelroute ontdek je de historische plekken die de Tweede Wereldoorlog in Delft hebben gevormd. Je loopt langs 13 wandelpunten (in de kaart A-M), elk met een stukje informatie over de betekenis van de locatie.

 Na elk punt kun je eenvoudig verder door te klikken op “Klik hier voor het volgende wandelpunt”. Deze link leidt je direct naar Google Maps, zodat je naar het volgende punt kunt wandelen. Wanneer je daar weer de website opent, krijg je de uitleg over het punt waar je bent aangekomen. Een unieke manier om de geschiedenis van Delft te herbeleven.

Om nog meer te ontdekken zijn er verschillende POI’s (Point of interest) op de wandelroute, dit zijn nog extra intresse punten los van de wandelroute. Deze staan los van de reguliere wandelroute.

De route is uitgezet door Bert van Puffelen.
Er is met Bert ook een interview opgenomen (en uitgezonden) door Stadsradio Delft. Dit interview bestaat uit twee delen, op de radio vergezeld door het nummer “FREE” van Trijntje Oosterhuis.

Het Oude HBS gebouw

Mijnbouwstraat 25 richting Nassaulaan

Je start de wandelroute voor het oude HBS gebouw. In de periode vlak voor de Duitse aanval op Nederland in mei 1940 werd het Nederlandse leger in gereedheid gebracht. Dit werd de mobilisatie genoemd. In Delft waren toen veel soldaten gelegerd, voornamelijk in schoolgebouwen zoals de Cornelis Musiusschool en de HBS (de huidige locatie van deze wandelroute).

 Een belangrijke groep militairen in Delft was het 6e Depot Infanterie, dat bestond uit verschillende bataljons (onderdelen van het leger). Dit waren vooral soldaten die nog in opleiding waren en dus geen ervaren militairen. Ze kwamen uit de regio Bergen op Zoom en Roosendaal en werden bewust op een veilige afstand van het front ondergebracht.

 Daarnaast waren er in Delft studenten die tijdens hun studie militaire training kregen. Dit gebeurde in een speciale eenheid, de TH-compagnie. Zo konden studenten hun dienstplicht vervullen zonder hun studie volledig te onderbreken. De leiding van deze groep was in handen van Uwe van der Zee, de commissaris van politie, die zelf ook reservist was in het leger.

 Om Delft te beschermen tegen luchtaanvallen, werden rondom de stad luchtafweergeschut (grote kanonnen tegen vliegtuigen) geplaatst. Deze werden gefinancierd door grote bedrijven in de stad, zoals de Lijm- en Gelatinefabriek en de Gist- en Spiritusfabriek. De bemanning bestond uit medewerkers van deze bedrijven, die een militaire training en uitrusting kregen van de overheid. Zij werden ingedeeld bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, een speciale verdedigingsgroep. Dankzij deze officiële status werden ze door het oorlogsrecht erkend als soldaten en niet als gewone burgers die zich tegen een vijand verzetten (zogenaamde ‘Franc-tireurs’, die in oorlogstijd zonder proces geëxecuteerd konden worden). Deze eenheid werd de Lucht Afweerdienst Delft (LAD) genoemd en speelde een belangrijke rol in de verdediging van de stad.

Het Duitse aanvalsplan

Nassaulaan

De Duitsers hadden een goed uitgewerkt plan voor de overrompeling van Nederland. Om de oorlog snel te beëindigen was het de bedoeling met parachutisten en luchtlandingstroepen de 3 vliegvelden rond Den Haag (Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg) te veroveren.

De parachutisten zouden na een bombardement gedropt worden en hadden de opdracht het vliegveld te veroveren waarna de luchtlandingstroepen met vliegtuigen zouden landen om vervolgens Den Haag in te trekken en de regering, Koningin en generale staf gevangen te nemen.

Het leger zou dan zonder leiding zitten en de strijd opgeven.

De parachutisten en luchtlandingstroepen zouden worden ontzet door Duitse pantser en infanterie eenheden die via Noord Brabant, Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam naar Den Haag zouden oprukken. Om deze troepen vrije doortocht te geven werden er parachutisten gedropt bij de Moerdijkbruggen en de bruggen bij Dordrecht om deze veilig te stellen.

De bruggen in Rotterdam zouden veroverd worden door luchtlandingstroepen die met watervliegtuigen op de Maas zouden landen. Deze zouden worden versterkt met troepen die op vliegveld Waalhaven op Rotterdam Zuid zouden landen.

Rond Delft en Ypenburg zou het plan niet lukken. Door het geschut van de LAD werden meerdere vliegtuigen tijdens het aanvliegen geraakt en stortten neer of moesten een noodlanding maken ( In totaal werden er door hen 16 vliegtuigen neergehaald gedurende de meidagen).

Hierdoor slaagden de parachutisten er niet in op tijd het vliegveld te veroveren.

Terwijl de strijd nog aan de gang was, probeerden de vliegtuigen met luchtlandingstroepen op Ypenburg te landen. De aanwezige Nederlandse pantserwagens en infanteristen beschoten de vliegtuigen die allemaal brandend op de landingsbaan achterbleven. Van de inzittenden overleefde niemand het. Hierdoor was de baan volledig geblokkeerd en moesten de overige toestellen andere landingsplaatsen zoeken. De A13 tussen Delft en Rotterdam en de omringende weilanden werden hiervoor gebruikt. Vandaar uit probeerden de gelande troepen alsnog op te rukken richting Ypenburg en Den Haag.

Bommen

Nassaulaan richting Professor Krausstraat

Op 10 mei aan het eind van de middag wordt een Duits vliegtuig aangeschoten, het laat zijn bommen los en stort neer bij Emmalaan in het weiland. Het huis van de gebroeders  de Fouw  wordt getroffen. Een van de broers overleefde dit niet. De andere bommen vielen op de Nassaulaan tussen de Colignystraat en de Aldegondestraat, (hier komen moeder en dochter Koolschijn om het leven), de Kloosterkade en de Emmalaan. Hier vallen geen slachtoffers omdat deze straten in de ochtend al grotendeels zijn ontruimd vanwege de gevechten die daar aan de gang zijn

Frontlijn

Kon. Emmalaan

De Emmalaan was op 10 mei in de frontlijn.

Tussen Delft en Rotterdam gelande Duitse troepen (deze waren geland met vliegtuigen op de Rijksweg 13 en in de weilanden daaromheen of als parachutist daar afgesprongen) probeerden op te rukken naar Ypenburg en Den Haag.

De eerste tegenstand die zij daar tegen kwamen waren Depot soldaten uit Delft die in alle haast daar naar toe waren gestuurd. Zij hadden 10 tot  15 patronen de man mee gekregen. Meer was op dat moment niet voorhanden.

In die tijd bestond alleen de oneven zijde van de Emmalaan. Deze huizen vormden de grens van de stad en keken uit over de weilanden in de richting van Rotterdam.

De inderhaast opgeworpen verdedigingslijn  lijn liep van de Pauwmolen  (bij het viaduct van de A13 over de Delfgauwseweg waar toen ook de oprit naar de A13 was) via de Emmalaan, langs de begraafplaats Jaffa en de Bernhardlaan naar de Rotterdamseweg.

Eén van de soldaten die daar in de huizen gelegerd was, was de Delftenaar Piet Koet. Hij zat in het pand Emmalaan 117  waar hij die dag zou sneuvelen. Hij ligt begraven op de begraafplaats Jaffa.

Later op de dag, aan het begin van de avond werd het pand Emmalaan 35 getroffen door een bom van het neerstortende vliegtuig dat ook in de Frederik Hendrikstraat en Nassaulaan voor een ravage had gezorgd.

Professoren

Emmalaan richting Jaffa via Christiaan Huygensweg

Vrij snel na de capitulatie van het Nederlandse leger raakten een aantal professoren en studenten in Delft betrokken bij verzetsactiviteiten.

Twee van de professoren waren professor Schoemaker en professor Mekel.

Prof. Schoemaker sloot zich met zijn groep aan bij de Ordedienst. Dit was een landelijke groep die veelal bestond uit (oud) militairen die zich tot doel stelden om bij een capitulatie van de Duitsers het machtsvacuüm op te vullen zodat andere groepen (zoals de communisten) geen kans kregen de macht over te nemen. Hoewel lid van deze organisatie verzamelde de groep Schoemaker ook inlichtingen en wapens.

Professor Mekel had een andere insteek dan de OD. In plaats van wachten tot de Duitsers zich overgaven, was het nodig om ze zoveel mogelijk schade toe te brengen. Door het verzamelen van inlichtingen en sabotage.

Ondanks de verschillen in zienswijze was er een nauwe samenwerking tussen deze groepen.

Helaas werd de groep Schoemaker geïnfiltreerd door de SD ( de berucht V-mann Antonius van der Waals wist via een Rotterdamse groep  de groep van Schoemaker binnen te komen) en de groep werd Mekel verraden door een eigen medewerker die voor een misdrijf was opgepakt.

Deze verrader (Hugo de Man die als 19 jarige in dienst was bij de Luchtbeschermingsdienst) )werd later door 2 studenten (Charles Hugenholz en Jan van Blerkom)  gedood en in de vijver van het Agnetapark gedumpt.

De Duitsers kwamen de twee echter vrij snel op het spoor en zij moesten vluchten. Bij een poging naar Engeland te komen zijn zij beiden (apart van elkaar) om het leven gekomen.

De opgepakte leden van de beide verzetsgroepen zijn na berechting in Amersfoort  overgebracht naar Sachsenhausen en op 3 mei 1942 gefusilleerd.

Jaffa

Begraafplaats Jaffa 

De begraafplaats Jaffa  lag op 10 mei 1940 pal aan de frontlinie.

Vanaf de begraafplaats keek je de polders in tot Rotterdam.

Nederlandse troepen lagen achter de grafstenen en werden behalve door de Duitse soldaten ook door Duitse vliegtuigen onder vuur genomen.

Bij deze acties sneuvelde een aantal Nederlandse militairen waaronder de commandant van het 3e depotbataljon, kapitein van de Berg.

Daar de begraafplaats constant onder vuur lag, was het niet mogelijk om gesneuvelden daar te begraven. Nederlandse militairen en burgers werden dan ook begraven in de groenstrook naast de Nieuwe kerk aan de zijde van de Oude Langedijk.

Na de Nederlandse capitulatie werden zij alsnog overgebracht naar de begraafplaats. Op deze begraafplaats ligt de gesneuvelde Delftenaar Piet Koet begraven.

Op de grafsteen stond oorspronkelijk

“Bij de verdediging van onze goede stad Delft “
             
                ( Grote lege ruimte )

“Sneuvelde op 10 mei 1940 onze zoon Piet Koet Soldaat”.

De lege ruimte werd na de oorlog  opgevuld met de tekst “tegen de horden uit het oosten”. Deze ruimte was met opzet open gelaten voor deze aanvulling. De vader van Piet Koet zou als lid van het verzet ook de oorlog niet overleven.

Tevens is er een monument voor de rond Delft gesneuvelde Nederlandse militairen. Onder dit monument ligt een aantal van hen begraven.

Depottroepen

Richting Rotterdamse weg via prins Bernhardlaan

Deze straat, de Bernhardlaan was ook frontlinie in 1940.

Duitse troepen hadden de Luchtafweer stukken van de LAD bij de Hammenboerderij (tegenover de Lijm en Gelatine fabriek) overlopen en de bedrijven in de omgeving bezet.

De depottroepen kregen na het tot staan brengen van de Duitse opmars het bevel de bedrijven terug te veroveren. Dit moest aan beide zijden van de Schie gebeuren.

Via het Zuideinde werd het door de Duitsers bedreigde Kruithuis ontzet (dat werd verdedigd door een adjudant van de Artillerie, 7 studenten en 3 politiemannen) en via de Rotterdamse weg werd de aanval ingezet op troepen die de Porceleyne fles, Lijm en Gelatinefabriek  en de haspelmakerij van de kabelfabriek in handen hadden.

Dit lukte, maar verder oprukken was niet mogelijk door Duits vuur over de grotendeels open vlakte en de geringe sterkte aan Nederlandse kant.

In de daarop volgende dagen zouden de Duitsers tussen de Rotterdamse weg en de rijksweg A13 tot Overschie worden terug gedrongen.

Op 14 mei was de beslissende aanval op hen bezig toen Rotterdam gebombardeerd werd en Nederland capituleerde.

Ondanks de overwinning in 5 dagen hebben de Duitsers een zware prijs moeten betalen.

Veel goed getrainde elite soldaten sneuvelden of werden voor de capitulatie als krijgsgevangenen naar Engeland verscheept.

Ook de verliezen van de Duitse luchtmacht waren enorm. Twee derde van de luchttransportvloot (Junckers 52) werden neergeschoten of zodanig beschadigd bij de (nood)landing dat deze onbruikbaar werden.

Het verlies van deze toestellen (die op relatief korte landingsbanen konden landen) heeft de hele oorlog doorgewerkt (bijvoorbeeld bij Stalingrad waar onvoldoende voorraden konden worden aangevoerd voor de ingesloten Duitse troepen). Het feit dat deze toestellen grotendeels werden gevlogen door ervaren vliegers en instructeurs van de luchtmacht maakte de klap nog veel groter.

Onbewust

Richting Kanaalweg via Rotterdamseweg 

Terwijl de directeur van de Lijm en Gelatinefabriek (kapitein Hage) in Delft Noord bezig was met het beschieten van de Duitse Vliegtuigen die bij Ypenburg wilden landen, liep zijn directiesecretaris de heer Doeland rond een uur of 6 in de ochtend naar zijn werk, zich niet bewust van het feit dat er zich Duitse troepen tussen hem en zijn bestemming bevonden.

Op de kruising Rotterdamseweg en Julianalaan werd hij door een Duitser neergeschoten en overleed.

Hij was niet het enige burgerslachtoffer.

In de Wippolder kwamen een kind van 6 om in de Dillenburgstraat door vuur van een Duitse militair en een kind van 2 uit de Simonstraatstraat werd door een salvo van een vliegtuig geraakt terwijl het voor het raam stond.

Op Rotterdamseweg 123 was in 1945 de Ortskommandantur gevestigd. Gedurende oorlog was die op verschillende plekken in Delft gevestigd geweest waaronder op de Oude Delft 126 (het huis van Professor Mekel dat door de Duitsers was geconfisqueerd).

Heldenfriethof

Kanaalweg

Bij de Jaffa begraafplaats is al verteld over het begraven van de Nederlandse militairen en burgers die omgekomen waren.

Duitse militairen waren vaak haastig begraven door hun kameraden op de plek waar ze gesneuveld waren in een z.g. veldgraf of gewoon blijven liggen.

Na de capitulatie op 14 mei 1940 werden deze militairen alsnog netjes begraven.

Een klein aantal werd terug gebracht naar Duitsland, maar de meeste bij Delft gesneuvelden werden begraven bij de R.K. begraafplaats aan de Kanaalweg.

Dit “Heldenfriedhof”,dat voor de eigenlijke begraafplaats lag, werd door bijna alle hoge Duitse functionarissen (waaronder Seijs Inquard) bezocht.

Hongerwinter

Kanaalweg richting Botaniestraat

Op 17 september 1944 riep de Nederlandse regering een algemene spoorwegstaking uit.

De bedoeling was om hiermee de Duitse legers te hinderen in het verplaatsen van troepen.

Op die zelfde dag begon namelijk operatie Market Garden. Een offensief waarbij parachutisten en luchtlandingstroepen bruggen moesten bezetten om de weg vrij te maken voor grond eenheden.

In feite hetzelfde plan als het Duitse uit 1940, alleen met andere bruggen, maar met hetzelfde dramatische resultaat voor de luchtlandingstroepen.

Ook deze operatie (beter bekent als de slag om Arnhem) mislukte.

Omdat de operatie mislukte, bleef Nederland boven de grote rivieren in handen van de Duitsers.

Hierdoor kreeg de spoorwegstaking een onverwacht resultaat. De Duitsers gebruikten het spoor nu alleen nog voor eigen doeleinden. Vervoer van voedsel werd niet meer toegestaan als vergelding voor de staking.

Ook de aanvoer van steenkool (belangrijk voor het verwarmen van huizen, koken van eten, maar ook voor het maken van stadsgas (voor de vondst van het aardgas werd gas in fabrieken gemaakt door het verwarmen van steenkool en afvangen van het ontwijkende gas) dat werd gebruikt voor de openbare verlichting en gebruik in huizen kwam tot stilstand omdat de steenkoolmijnen in Limburg achter de geallieerde linies kwamen te liggen.

Toen ook door de strenge vorst van dat jaar de waterwegen dicht vroren, kwam de aanvoer van voedsel nagenoeg tot stilstand.

Die winter kwam bekend te staan als de hongerwinter.

Eind april, toen de voedselsituatie in het westen onhoudbaar werd, kwam er een overleg op gang tussen de geallieerden en de Duitsers om de bevolking van Nederland van voedsel te voorzien.

In een school in Achterveld werden afspraken gemaakt over het droppen van voedsel boven afgesproken plaatsen en via afgesproken routes.

Deze operatie werd door de Britten Operatie Manna genoemd.

De Amerikanen noemden de acties van hun vliegtuigen operatie Chowhound.

Ook werden er over de weg vrachtwagens met voedsel maar het westen gereden (operatie Faust).

Canadese trucks met blikken voedsel werden naar de frontlijn gereden door Canadese chauffeurs. Bij de frontlijn moesten deze uitstappen en werden vervangen door Nederlandse burgerchauffeurs omdat de Duitsers geen Canadezen achter hun frontlijn wilden.

Dit veranderde pas na de capitulatie van de Duitsers op 5 mei 1945.

Bij de capitulatie besprekingen werd afgesproken dat  leden van de ondergrondse zich alleen zouden bezighouden met het oppakken van Nederlandse landverraders e.d. Duitse troepen zouden worden ontwapend en geïnterneerd door de Geallieerde troepen.

Dit om handtastelijkheden en misschien zelfs wraaknemingen te voorkomen.

Helaas waren er in het hele land incidenten tussen verzetsmensen (die de instructie niet hadden gehoord of niet wilden horen ) en Duitse militairen.

Confrontatie

Botaniestraat

Ook in Delft kwam het tot een treffen tussen BS (Binnenlandse Strijdkrachten en Wehrmacht (Duitse leger) op 6 mei (een dag na de capitulatie van de Duitsers in Nederland).

Veel is onduidelijk over de toedracht.

Feit is dat de BS in strijd met de afspraken (waarvan niet duidelijk is om deze bij hen bekend  waren) op 5 mei  3 Duitse militairen gevangen hield in de Cornelis Musiusschool.

Al op 5 mei probeerde een groep Duitsers hen te bevrijden, maar door ingrijpen van de Ortskommandant werd een confrontatie vermeden.

Op 6 mei kwam er weer een groep Duitsers afkomstig uit ’s-Gravenzande richting Delft.  Zij stoten op de wachtposten die bij de Cornelis Musiusschool  2 op de Nassaulaan stonden en openden het vuur. Een andere groep reed de Poortlandlaan (nu Julianalaan) op en stuitte op de wachtposten die bij de ingang van de Botanische tuin 14 stonden en openden het vuur.

De bezetting in de Cornelis Musiusschool 2 trok zich terug en probeerde de collega’s bij de Botanische tuin te bereiken door via de Prins Mauritsstraat en de Simonstraat de Duitsers te omsingelen.

De Duitsers hadden de ingang van de Botanische tuin afgegrendeld en een machinegeweer opgesteld bij de Botaniestraat 15 dat de Botaniestraat, Lipkenstraat, Poortlandlaan (Julianalaan) en Willem de Zwijgerstraat kon bestrijken.

Ook lag er een Duitse militair  op de hoek van de Willem de Zwijgerstraat bij het plantsoen.

Een BS-er (Jan Pilaar de wachtpost die op de Nassaulaan beschoten was) rende de W. de Zwijgerstraat op vanaf de Simonstraat en werd door vuur van deze Duitser gewond aan zijn schouder en vastgepind in een tuin.

Toen BS- er Hoekveen een huis halverwege de straat uitrende, werd hij door dezelfde Duitser getroffen.

Aan de overkant zakte hij ineen in de voortuin. Hij zou de volgende dag overlijden. Een andere BS-er, van der Ven, werd getroffen toen hij bij de kerk de Poortlandlaan ( nu Julianalaan) probeerde over te steken.

Hij stierf direct. Na een gevecht van 3 kwartier gaven de omsingelde Duitsers zich uiteindelijk over. Ook aan hun zijde waren 2 man getroffen die later zouden overlijden.

Nog altijd zitten in een hek in de Willen de Zwijgerstraat kogelgaten 20 die herinneren aan dit nodeloze verlies aan mensenlevens aan beide zijden. De sporen aan de gebouwen van Technische Botanie en woningen zijn in de loop der jaren gerepareerd.

Canadezen

Mijnbouwstraat

Op 8 mei trokken dan eindelijk de Canadezen Delft binnen ( Ook een groep Engelsen behorende tot T- force (Ox and Bucks) op weg naar Den Helder was hier verzeild geraakt)

De Canadezen van de 48th Highlanders (Infanterie) kwamen vanuit Zoetermeer in colonne via Pijnacker en Delfgauw naar Delft.

Vertrekpunt was de A12 (toen nog in aanleg) ter hoogte van de Nutricia fabriek.

Van deze intocht zijn veel foto’s gemaakt o.a. door Leen Timp (de man van Mies Bouwman)) van de Foto-  en filmdienst van de BS.

De Canadezen werden ontvangen op de markt en ondergebracht bij het gebouw Gele Scheikunde.

Op foto’s die zijn genomen op de markt zijn de trucks te zien van de T-force eenheid en Canadese militairen. De route van het Three Rivers Regiment (tanks) is onzeker.

Er zijn een paar foto’s bekend van Brencarriers op de Vrijenbanselaan en de Phoenixstraat. Ook zijn er foto’s van hun Shermantanks en Brencarriers bij Gele Scheikunde.

Weer terug

Mijnbouwstraat HBS

We zijn nu weer terug bij de oude HBS aan de Mijnbouwstraat.

Ook de Canadezen hadden hier hun hoofdkwartier en troepen gelegerd.

       - Dit is het einde van de wandeling - 
Scroll to Top